Financiën

Overzicht algemene dekkingsmiddelen, vennootschapsbelasting en onvoorzien

Algemene dekkingsmiddelen

Bedragen x € 1.000

Specificatie algemene dekkingsmiddelen

Begroting na wijziging 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Baten

Algemene uitkering

97.764

100.888

94.379

95.445

96.264

Lokale heffingen

16.385

16.638

16.707

16.707

16.707

Dividend

913

758

758

758

758

Saldo financieringsfunctie

-264

-415

-667

-948

-345

Overige dekkingsmiddelen

-4

-4

-4

-4

-3

Onvoorziene uitgaven

-25

-25

-25

-25

-25

Totaal algemene dekkingsmiddelen

114.769

117.840

111.148

111.933

113.356

De afzonderlijke uitkeringen voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), jeugdhulp en participatie zijn opgenomen onder de Algemene uitkering. De opbrengsten van de Lokale heffing omvatten de onroerendezaakbelastingen, parkeerbelasting en toeristenbelasting. Het saldo van financieringsfunctie betreft hoofdzakelijk rentekosten. De overige dekkingsmiddelen zijn de algemene baten en lasten.

Vennootschapsbelasting

In Nederland zijn overheidsondernemingen in principe belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (Vpb). Activiteiten of clusters van activiteiten zijn te kwalificeren als Vpb-plichtig als sprake is van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid, van deelname aan het economisch verkeer en van een winstoogmerk of van structurele overschotten.
Uit een inventarisatie van de activiteiten binnen de reguliere exploitatie blijken in onze gemeente geen Vpb-plichtige (clusters van) activiteiten aanwezig te zijn. Ook de activiteiten op het gebied van de grondexploitatie zijn niet Vpb-plichtig. Aan de voorwaarde van winstoogmerk of structurele overschotten wordt namelijk niet voldaan.
Daarom luidt de conclusie dat onze gemeente niet belastingplichtig is voor de Vennootschapsbelasting. Wij hebben dan ook geen bedrag hiervoor in onze begroting opgenomen.

Onvoorzien

Op taakveld 0.8 Overige baten en lasten van programma 0. Bestuur en ondersteuning is een post voor onvoorziene uitgaven opgenomen voor het opvangen van in de loop van het begrotingsjaar noodzakelijke nieuwe uitgaven of de onvermijdelijke verhoging van bestaande posten. Voor 2025 en volgende jaren is een raming van € 25.000 beschikbaar.

Deze pagina is gebouwd op 11/18/2024 11:45:36 met de export van 11/18/2024 11:31:45