Inleiding | ||
---|---|---|
Uitgangspunt van het financiële beleid van onze gemeente is een structureel en reëel sluitende begroting. Dit betekent dat:
|
Onderdeel | Grondslag | Toelichting |
---|---|---|
Loonontwikkeling | 4,40 | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2024). |
Prijsontwikkeling | 1,20 | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2024). |
Rente | 3,36 | Zie toelichting. |
Huren en pachten | 1,20 | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2024). |
Subsidies | 1,20 | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2024). |
Belastingen | 1,20 | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2024). |
Leges en heffingen | 1,20 | Het percentage is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van het CPB (maand februari 2024). |
Het percentage van 1,2% bestaat uit de raming van de prijsontwikkeling van 2025 (2,2%), plus de doorwerking van de correctie op de prijsontwikkeling van 2024 (minus 1,0%).Per saldo dus 1,2%.
Aantal inwoners | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
45.260 | 45.480 | 45.690 | 45.890 | |
Aantal woningen | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
21.180 | 21.380 | 21.580 | 21.780 |
Rentepercentage voor investeringen
Nieuwe investeringen leggen beslag op de financieringsmiddelen. Naast afschrijvingslasten ramen wij daarom ook structureel rentelasten.
Het rentepercentage voor nieuwe investeringen wordt berekend op basis van het gemiddelde percentage van een half jaar voorafgaand aan het opstellen van de begroting van een 20-jarige lineaire vaste geldlening bij de Bank voor Nederlandse Gemeenten. De keuze voor 20 jaar is het gemiddelde van de meest voorkomende investeringen (bedrijfsgebouwen) 40 jaar en de minimale afschrijvingstermijn van 1 jaar.
De berekening van het percentage voor 2025 volgens deze methodiek komt uit op 3,36 % (2024 3,7%)
Groei
De Inkomsten van de algemene uitkering en de belastingen en heffingen worden berekend op basis van een jaarlijkse groei van het aantal woonruimten en inwoners. Voor zover deze groei direct invloed heeft op de uitgavenbudgetten worden deze budgetten in de meerjarenbegroting aangepast.
Overhead
Voor de toerekening van de overheadkosten aan (kostendekkende) tarieven maken we gebruik van een opslagpercentage. Dit percentage wordt jaarlijks bij de meerjarenbegroting bepaald en vastgesteld.
De totale overhead volgens taakveld 0.4 wordt omgeslagen over het totaal van de geraamde directe personeelslasten (salarissen en inhuur). De berekening is conform artikel 12, lid 5 van de financiële verordening en komt uit op 80%.