Algemeen

Hoofdlijnen

Inleiding

In dit onderdeel van de begroting presenteren wij u het financieel meerjarenbeeld op hoofdlijnen en geven wij in het kort inzicht in de algemene financiële ontwikkeling, het weerstandsvermogen en overige bijzonderheden. Voor een uitgebreide toelichting op de financiële ontwikkelingen verwijzen wij u naar het hoofdstuk ‘Financieel meerjarenbeeld’.

De kadernota 2025 is vastgesteld met een negatief begrotingssaldo van € 1.938.000 in 2025. Op basis van de toezichtvoorschriften van de provincie moet de meerjarenbegroting minimaal óf het jaar 2025 óf het laatste jaar 2028 structureel en reëel sluitend zijn. De kadernota 2025-2028 voldeed hier niet aan. Gelet op dit negatieve financiële beeld is een ‘strategiebepaling voor een gezonde toekomst’ opgesteld met het oog op een structureel sluitende begroting. Gekozen is voor het uitgangspunt van gedeeltelijke compensatie van het rijk. Hierbij richten we ons op maatregelen in de kadernota 2026-2029. Hierbij is wel uitgegaan van een structureel sluitende begroting in 2025.

Het is gelukt om een reëel sluitende begroting 2025 aan te kunnen bieden. Wel is ook dit jaar de begroting gevoeliger geworden voor onvoorziene en onverwachte ontwikkelingen. Er wordt risicovoller geraamd waarmee nadelen bij de jaarrekening meer waarschijnlijk worden. In de paragraaf weerstandsvermogen is rekening gehouden met dit risico.

De jaren vanaf 2026, de zogenaamde ‘ravijnjaren’, laten een negatief saldo zien. Net als in 2023 heeft de VNG ook dit jaar een (ongebruikelijk) begrotingsadvies afgegeven. Hierin adviseert de VNG om het boekjaar 2025 sluitend aan te bieden, rekening houdend met de richtlijnen van de provinciale toezichthouder, maar om voor de jaren 2026 en verder een realistisch negatief saldo te presenteren. Daarbij wordt voorgesteld om geen bezuinigingen door te voeren op andere beleidsterreinen vanwege de groei van de kosten voor jeugdzorg.
Aanvullend stelt men dat financiële en inhoudelijke consequenties van noodzakelijke bezuinigingen worden benoemd en geeft men in overweging om rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen rondom het Btw-Compensatiefonds (BCF) en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). In deze begroting is op advies van de provinciale toezichthouder alleen rekening gehouden met de BCF-ontwikkelingen.

Het Rijk en de VNG werken samen met betrokken partijen aan een hervormingsagenda jeugd die zich richt op een beter en beheersbaar jeugdstelsel. De hervormingsagenda is in juni 2023 vastgesteld maar is nog steeds onvoldoende uitgewerkt. U hebt een visie en integrale nota sociaal domein vastgesteld. Deze visie wordt verder uitgewerkt in uitvoeringsplannen met daarin ook besparingsmogelijkheden.

Vanaf 2025 is de BBV-taakveldenindeling gewijzigd. Deze wijziging is verwerkt in deze begroting.

Ons weerstandsvermogen laat een uitstekend niveau zien en komt uit op een ratio van 2,3.

In de financiële hoofdlijnen is een tabel opgenomen met de grootste mutaties, groter dan € 100.000.

Financieel meerjarenbeeld

Het actuele financieel meerjarenbeeld ziet er als volgt uit:

Het saldo in de primitieve begroting 2024 was in het jaar 2025 € 3.352.000 positief. Na de begroting 2024-2027 zijn de 1e voortgangsrapportage 2024 en de kadernota 2025 vastgesteld met samen een negatief effect van € 5.264.000. Dit negatieve effect is voornamelijk veroorzaakt door tariefstijging bij de zorgkosten jeugd en Wmo, maar ook door loon- en prijsstijgingen in het algemeen en gestegen kosten bij de gemeenschappelijke regelingen.  Het begrotingssaldo na de kadernota 2025 kwam uit op een nadeel van € 1.912.000. De mutaties die volgen uit de 2e voortgangsrapportage komen in 2025 uit op een nadeel van € 483.000. De mutaties in deze begroting zijn opgeteld € 1.489.000 positief. Dit leidt tot een nieuw negatief begrotingssaldo in 2025 van € 902.000. Na eliminatie van incidentele baten en lasten komt het structurele begrotingssaldo uit op € 578.000 (positief) in 2025.

Daarna slaat het resultaat om in een negatief saldo, voornamelijk door een daling van de algemene uitkering van ruim € 7 miljoen in 2026. De jaren vanaf 2026 zijn daarmee zogenaamde ravijnjaren geworden.

Exploitatie (bedragen x € 1.000)

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Primitieve begroting 2024-2027

-391

3.352

-4.266

-5.841

-6.162

1e Voortgangsrapportage 2024

-4.815

-5.071

-5.438

-4.126

-3.182

Kadernota 2025

0

-193

-175

-228

-458

2e voortgangsrapportage 2024

2.061

-483

3.511

3.533

3.518

Wijzigingen tot de begroting 2025-2028

0

3

3

3

78

Stand tot de begroting

-3.145

-2.392

-6.365

-6.658

-6.205

1. Autonome ontwikkelingen

0

-136

-974

461

-290

2. Actualisatie bestaand beleid

0

1.625

874

753

466

Totaal mutaties begroting

0

1.489

-99

1.213

176

Saldo meerjarenbegroting 2025-2028

-3.145

-902

-6.464

-5.445

-6.029

Eliminatie incidentele baten en lasten

1.480

-292

69

0

Structureel begrotingssaldo

578

-6.756

-5.376

-6.029

Structureel en reëel evenwicht

Op grond van de voorschriften (BBV) dienen wij inzichtelijk te maken of er in de begroting en meerjarenraming sprake is van een structureel evenwicht. Hiervoor is inzicht in de incidentele baten en lasten nodig. Incidentele lasten beïnvloeden het structurele begrotingssaldo positief en incidentele baten negatief. Door het saldo van de incidentele baten en lasten te betrekken bij het financieel meerjarenbeeld ontstaat een beter inzicht in het structurele evenwicht van onze begroting.

Presentatie structureel begrotingssaldo
(bedragen x € 1.000)

2025

2026

2027

2028

Saldo meerjarenbegroting 2025-2028 na bestemming

-902

-6.464

-5.445

-6.029

Eliminatie incidentele baten en lasten (- = baten )

1.480

-292

69

0

Structureel begrotingssaldo

578

-6.756

-5.376

-6.029

Bij het onderdeel financiën presenteren wij het 'Overzicht van incidentele baten en lasten'. In 2025 en 2027 zijn de incidentele lasten hoger dan de incidentele baten. In 2026 is dit omgekeerd. In 2028 zijn er geen incidentele baten en/of lasten. Elimineren we incidentele baten en lasten dan heeft dit een positief effect op het structurele meerjarenbeeld in 2025 en 2027 en een negatief effect in 2026.
Op basis van de toezichtvoorschriften van de provincie moet óf het jaar 2025 óf het laatste jaar 2028 structureel en reëel sluitend zijn. Wij concluderen dat de nu voorliggende meerjarenbegroting hieraan voldoet en dus structureel en reëel sluitend is.

Toelichting financiële ontwikkelingen

Bedragen x € 1.000

Mutatie omschrijving

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Overzicht van de mutaties >= € 100.000

1. Autonome ontwikkelingen

Actualisatie budget rentekosten grondexploitaties

-395

N

175

V

-230

N

-254

N

Actualisatie budget rentekosten investeringen en treasury

142

V

-1.265

N

573

V

-374

N

Bijdrage Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR SDCG) - module WgSW

0

V

0

V

0

V

222

V

Bijdragen Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR SDCG) - actualisatie bijdragen voor alle modules

117

V

117

V

117

V

117

V

2. Actualisatie bestaand beleid

Actualisatie budget salarissen ambtelijke organisatie 2025

-253

N

-253

N

-253

N

-253

N

Actualisatie budget salarissen en overhead doorbelast aan grondexploitaties

114

V

111

V

133

V

91

V

Actualisatie vervangingsinvestering werkplekken hardware 2026-2028

0

V

0

V

-74

N

-156

N

Budgetmutatie beschermd wonen

284

V

0

V

0

V

0

V

Budgetmutatie dienstverlening SW (Sociale Werkvoorziening) 2026-2028

0

V

140

V

65

V

0

V

Budgetmutatie jeugdhulp

380

V

0

V

0

V

0

V

Budgetmutatie uitvoeringskosten sociaal domein

287

V

0

V

0

V

0

V

Straatreiniging van RDL naar gemeente

434

V

434

V

434

V

434

V

Vrijval stelpost indexatie 2025-2028

457

V

458

V

458

V

457

V

(V = Voordeel; N = Nadeel)

Een toelichting op de bovenstaande posten kunt u terugvinden op de afzonderlijke programma's en in het onderdeel 'Financieel meerjarenbeeld'. In de bijlagen is een totaaloverzicht van de mutaties opgenomen.

In bovenstaande tabel presenteren wij een voordeel in verband met de overgang van straatreiniging van de RDL naar de gemeente (€ 434.000). Het beeld dat hiermee mogelijk wordt opgeroepen is niet juist. Het voordeel, dat in totaliteit wordt gepresenteerd, wordt volledig teniet gedaan door kostenverschuivingen verdeeld over meerdere programma's binnen de begroting. De overname heeft geen financieel voordeel opgeleverd.

Weerstandsvermogen

Op basis van de recente actualisatie geeft de ratio de volgende uitkomst:

Ratio weerstandsvermogen = 

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

19.439.000

=

2,47

Benodigde weerstandscapaciteit

7.867.000

Het weerstandsvermogen van onze gemeente kan als uitstekend worden gekenmerkt. De ratio moet minimaal 1,0 zijn.

Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf weerstandsvermogen in deze meerjarenbegroting.

Deze pagina is gebouwd op 12/24/2024 11:43:40 met de export van 12/24/2024 11:30:29